
Yasser Riedewald (37 jaar) in de Amstelkerk in Amsterdam, tijdens de 37ste herdenking van de Decembermoorden. (Foto: Stuart Rahan)
Yasser Riedewald, zoon en nabestaande van Harold Riedewald, was een van de sprekers tijdens de 37ste herdenking van de Decembermoorden, die dit jaar in de Amstelkerk in Amsterdam plaats vond. Hieronder kunt u zijn toespraak lezen. Onder de tekst van zijn speech kunt u de video bekijken en beluisteren. De andere sprekers waren: Femke Halsema (burgemeester van Amsterdam), Noraly Beyer (presentatrice, columniste, actief in de cultuursector), Kathleen Ferrier (voorzitter Nederlandse Unesco commissie, oud-politica CDA), Lilianne Ploumen (Tweede Kamerlid – PvdA), Sadet Karabulut (Tweede Kamerlid – SP), Rudy Lion Sjin Tjoe (journalist, auteur monoloog ‘Desi Bouterse’), Sheila Sitalsing (columniste, publiciste), Henry Does (arts, publicist), Gerard Spong (advocaat), en Ronald Venetiaan (voormalig president van de Republiek Suriname). Gastheer was Romeo Hoost van het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname. De zang werd verzorgd door Denise Jannah, met begeleiding van Mark Westfa. De ‘Last Post’ (trompetsignaal) werd ten gehore gebracht door Marlon Tjon Akon.
‘DE KOGEL IS DOOR DE KERK’
“Goedenavond,
Ik ben Yasser Riedewald, zoon van Harold Riedewald.
Op 8 december 1982 was ik twee maanden oud. Nu ben ik 37 jaar, net zo oud als de Decembermoorden.
Net als alle kinderen van de andere slachtoffers ben ik opgegroeid met het verhaal van de moorden op 8 december 1982 en dat betekent voor mij MIJN HELE LEVEN. Naarmate ik ouder werd, werd ik steeds bewuster van het grote onrecht dat mijn familie en de families van de andere slachtoffers is aangedaan.
Na de moorden zijn wij zoals velen in die periode naar Nederland gevlucht en na de vrije verkiezingen van 1987 teruggekeerd naar Suriname.
Op mijn dertiende vertrok ik wederom uit Suriname. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik op zoek ging naar mijn vader, en hoe meer vragen ik had over wat er precies gebeurd was op 8 december 1982. Hoe, waarom, maar vooral ook: hoe kon het dat terwijl alom bekend was wie in elk geval de hoofdschuldige was voor de moorden, er nog steeds niemand juridisch verantwoordelijk was gesteld? Het ging mijn logisch verstand te boven. Pas na mijn terugkeer naar Suriname in 2006 zou ik langzaam beginnen dit zeer gevoelige en complexe probleem te ontrafelen.
De periode van 2006 tot heden is voor mij op verschillende gebieden een hele grote uitdaging geweest. Terugkomen naar een land waar de moordenaar van je vader vrij rondloopt, en meer nog door een behoorlijke groep wordt aangehangen, is niet makkelijk. Met name de verkiezing van Bouterse tot president van ons land in 2010 was voor mij een grote klap in het gezicht.
Gister nog kreeg ik de vraag van mijn dochtertje: “Maar papa, hoe kan opa’s moordenaar president zijn?”
Nou… leg dat maar uit aan een kind van zeven aan wie je consequent het verschil tussen goed en kwaad probeert mee te geven, basis leef principes en normen en waarden die haar tot een fatsoenlijke, rechtvaardige burger zouden moeten maken.
Vanaf zijn aantreden als president heeft Bouterse getracht het rechtsproces te frustreren. Ik was persoonlijk aanwezig in De Nationale Assemblee bij de aanname van de amnestiewet, en heb het ervaren als een zeer schandelijke vertoning van een verkapte democratie.
Principeloze volksvertegenwoordigers die mij zeker niet vertegenwoordigden, maar er wel voor zorgden dat met hun stem de moordenaars van mijn vader en de andere veertien slachtoffers straffeloos gesteld werden.
De periode na afkondiging van de amnestiewet was een van de zwaarste periodes in mijn leven. Suriname was verscheurd. Je was of voor of tegen de amnestiewet. Het leek wel een constante emotionele oorlog tussen mezelf en de mensen om mij heen. Een deel zag Bouterse als moordenaar en een deel zag hem als idool. Voor mij was het vreselijk zwaar om in zo een gemeenschap te wonen en werken, omdat de verscheuring overal zat en voor het eerst eigenlijk zo dichtbij, dus ook bij mijn vrienden waarmee ik ben opgegroeid. Kon het echt niemand schelen dat deze man mijn vader heeft vermoord?
Gelukkig heeft de Krijgsraad vier jaren later deze wet ook terecht verworpen. Maar hoewel dit een juridische doorbraak was, bleef de verscheuring.
Het vonnis dat op 29 november jongstleden (2019) door de rechterlijke macht is uitgesproken, is voor sommigen een verrassing, maar als nabestaanden hadden wij niets anders verwacht. Degenen die schuldig zijn bevonden van de moord op onze helden, zijn na 37 jaar eindelijk veroordeeld en zo hoort het ook als je hebt gemoord. Voor mij is het vonnis een baken van hoop!
Dit vonnis betekent dat ik weer geloof kan hebben in de rechtstaat van Suriname en ik eindelijk kan starten met mijn helingsproces. En wellicht heeft de gehele samenleving dit helingsproces wel nodig.
Vooral ook voor onze generatie is de uitspraak heel erg belangrijk, omdat het moreel verval, dat ik vooral onder de jongeren in Suriname zie, mij ernstig zorgen baart. WIJ hadden dit vonnis dus hard nodig.
Het vonnis is ook belangrijk omdat onze vijftien vaders, broers en zoons eindelijk vrij zijn van de vlek van de leugen die Bouterse jarenlang heeft verteld: namelijk dat de slachtoffers samenzweerders waren, dat hij een poging tot machtsovername verijdeld had en de mannen op de vlucht neergeschoten waren.
Met dit vonnis is duidelijk naar voren gekomen dat de vijftien slachtoffers maar op een ding uit waren en dat was de terugkeer naar de democratie en het verwerpen van de dictatuur. Zij hadden één sterk gezamenlijk wapen en dat was hun intellect! Geen kogels, maar hun woorden en hun stem…
Omdat Bouterse wist dat hij hier niet tegenop kon en bang was zijn macht als dictator te verliezen, was zijn antwoord op hun voorstel van dialoog… MARTELING EN MOORD, een voorbeeld maken van degenen die tegen hem waren, en in een nacht heel Suriname monddood maken.
Bouterse heeft er alles aan gedaan om onze strijders van democratie als criminelen af te schilderen en zichzelf als held te presenteren aan onze samenleving.
Ik hoop dat met het openbaar maken van het vonnis, het ware verhaal van wat zich heeft afgespeeld op 8 en 9 december 1982, bij vele mensen eindelijk zal doordringen. De feiten liegen er niet om. We hoeven slechts de autopsierapporten erbij te halen:
- Mijn vader Harold Riedewald: een kogel door zijn rechterslaap, zware verwondingen aan zijn linkerhals en tientallen kogels door zijn borst;
- André Kamperveen: verwondingen aan zijn kaak, gebroken dijbeen en een achttiental kogels in zijn borst;
- Frank Wijngaarde: een kaakfractuur, tanden naar binnen geslagen, kogels in zijn borst en schotwonden in zijn gezicht;
- Cyrill Daal: kogelwonden in zijn buik, verwondingen in zijn gezicht en botbreuken;
- Soerindre Rambocus: open scheuren in zijn opgezwollen gezicht en kruislings doorzeefd met kogels.
Ik zal hier stoppen want zowel voor mij als voor velen die nu naar mij luisteren is dit heel moeilijk om aan te horen, maar toch vind ik het belangrijk om deze informatie opnieuw te belichten. Nu is het voor de hele wereld een feit dat het verhaal van Bouterse een grove leugen geweest is!
Ik geef mijn mede-Surinamers en Surinaamse Nederlanders graag het volgende mee: als we niet leren om ons eigen, op feiten gebaseerd onderzoek te verrichten, zullen we als volk altijd zwak staan en een opening voor de machthebbers laten om te manipuleren.
We moeten in deze tijd heel nuchter zijn en op onze hoede blijven, een crimineel is uiteindelijk tot alles in staat om ervoor te zorgen dat ie niet achter de tralies belandt.
Het onderzoek is zorgvuldig verricht en het deskundig onderbouwd vonnis is uitgesproken en ook Bouterse dient zich als veroordeelde hieraan te onderwerpen.
Als er ooit een tijd is geweest om solidair naast elkaar te staan is het nu. We kunnen niet toestaan dat een veroordeelde moordenaar, wie dit dan ook mag zijn, ons rechtssysteem aan zijn laars lapt en vertrapt. Niemand staat boven de wet en dit moeten wij als Surinaamse samenleving respecteren en honoreren, anders is het einde zoek.
De macht ligt uiteindelijk bij het volk – de essentie van een DEMOCRATISCHE STAAT-, en we hebben al een keer de monumentale fout gemaakt door een verdachte in een lopend moordproces als president van Suriname te kiezen. Een vreselijk voorbeeld dat wij hebben gegeven aan de jonge burgers. Nu dat de verdachte een veroordeelde moordenaar is, laat het ons geen andere keus dan deze fout te corrigeren en het pad in te slaan van gerechtigheid en moraliteit.
Onze boodschap moet duidelijk zijn: we staan niet achter leugenaars, we staan niet achter machtsmisbruikers, en we staan zeker niet achter moordenaars.
De drie vrouwelijke rechters die de moordenaars van mijn vader en de andere veertien slachtoffers hebben veroordeeld zijn voor mij heldinnen en ik ben na lange tijd weer zo trots geweest op mijn land.
Ik wil de rechtvaardige en moedige rechters van de Krijgsraad complimenteren, en ook onze advocaten en iedereen die met zijn getuigenis deze lang slepende en zeer verdrietige zaak tot een rechtvaardig eind heeft helpen brengen.
Het recht heeft gezegevierd.
Tot slot wil ik aangeven dat ik het jammer vind dat mijn moeder, Jenny Karamat Ali, die jarenlang op dappere wijze hier in Nederland in het verzet heeft gezeten in een hele donkere en angstaanjagende tijd voor velen, dit moment niet heeft mogen meemaken. Maar ik weet dat ze altijd naar dit moment toe heeft geleefd tot haar overlijden op 26 augustus 2016 en vanuit waar ze nu is, meekijkt en met ons meeleeft.
Ook namens mijn zusters Janine en Graziella in Suriname, bedank ik u…
Goedenavond.”

Voormalig president Ronald Venetiaan was ook aanwezig tijdens de 37ste herdenking van de Decembermoorden in de Amstelkerk te Amsterdam. (Foto: Stuart Rahan)
Yasser Riedewald is geïnterviewd door Hart van Nederland, die videoreportage kun je via deze link zien: ‘Een beladen herdenking voor nabestaanden van de Decembermoorden’
Op de website van lokale Surinaamse nieuwsdienst Starnieuws staan er verschillende videoproducties en reportages over de herdenking in Paramaribo.