Interview met Usha Marhé in dagblad De Ware Tijd van 5 maart 2012
“Voor ik jou kende wist ik niet dat het verkeerd was om stil te blijven”
Door Carla Bakboord MSc.
05/03/2012
“Je hebt mij bewust gemaakt dat ik er iets aan kon doen. Voor ik jou kende wist ik niet dat het verkeerd was om stil te blijven. Ik dacht dat het zo moest zijn, dat ik mij moest berusten.” Schrijfster Usha Marhé leest deze passage voor uit een brief die ze van een lezeres heeft gehad. “Dit ontroert mij, dit is waarom ik Tapu Sjén heb geschreven. Deze mevrouw heeft mij begrepen.” De eerste druk van Usha’s boek Tapu Sjén /Bedek je schande, Surinamers en incest verscheen in 1996. Zij doorbrak met haar boek een groot taboe in de Surinaamse samenleving waar men tot dan niet openlijk over incest en seksueel misbruik durfde te praten. Ze opende de ogen van de Surinaamse mens voor het leed dat veel kinderen wordt aangedaan in onze eigen maatschappij. Zestien jaar na de verschijning van haar boek praat ik op één van de koudste winterdagen van dit jaar in Amsterdam met Usha over haar proces en maak kennis met wie zij vandaag is.
De berichten in de Surinaamse media liegen er niet om: bijna dagelijks staat er wel een bericht over incest, over het seksueel misbruik van een minderjarige door een familielid in de krant. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, want de meeste slachtoffers durven nog steeds geen aangifte te doen. Onderzoek wijst uit dat bij meer dan negentig procent van de kindslachtoffers van seksueel misbruik de dader een bekende is in de vorm van een naast familielid of een kennis. Praten over zo een maatschappelijk beladen onderwerp is niet makkelijk. Maar Usha deed het wel. “Dezelfde weg die de pijn heeft gevolgd om erin te komen, diezelfde weg moet het weer afleggen om eruit te gaan. Het doet dan wel twee keer zoveel pijn omdat het jaren de tijd heeft gehad om groter te worden. De enige manier die blijvend werkt, is praten. Niet omdat ik het zo heb gedaan is het de beste manier, maar omdat ik zie dat het bij alle mensen die erover praten blijvend heeft gewerkt. Je bereikt geen genezing door je mond te houden. Dat had ik al snel door via eigen onderzoek en via de programma’s van Oprah Winfrey. Uit dat onderzoek bleek dat de meeste mensen die net als ik als kind seksueel misbruikt en mishandeld zijn óf zelfmoord plegen, óf in de prostitutie belanden, óf zichzelf verdoven middels alcohol of eten of andere substanties, óf in een relatie blijven vastzitten die door emotionele en/of fysieke mishandeling wordt gekenmerkt. Feit is: de meeste mensen herhalen onbewust destructieve patronen en zoeken verdoving voor hun pijn, ook in de kerk.”
Het licht in mij
“Vanaf jongs af aan zei iets in mij dat ik beter verdiende, dat er een ander leven moest zijn, ‘ik ben dit niet wat die mensen met mij hebben gedaan’. Want ondanks alles wat er in mijn jeugd met me is gebeurd, is het licht in mij aangebleven, dat heeft ervoor gezorgd dat ik heb gevochten om eruit te komen, om ze te laten zien dat ze mij niet blijvend konden kapot maken. Ik denk dat het licht in mij is aangebleven door de aanwezigheid van mijn nanie in mijn leven. Ik voelde mij als kind goed bij haar, nu ik ouder ben zie ik dat we heel veel op elkaar lijken qua karakter en denkwijze, we kunnen veel met elkaar lachen en we zijn allebei te eerlijk. Ze is mijn dulari, mijn lieveling. Ook hield ik van lezen, ik was een boekenwurm, want lezen is gratis reizen. Naarmate ik ouder werd ging ik natuurlijk meer ‘grote mensen’ boeken lezen en maakte ik kennis met andere manieren van denken en andere werelden en mogelijkheden. Op mijn zeventiende had ik voor mijn gevoel alle interessante boeken van de bibliotheek op Ma-Retraite 4 al gelezen. Ook had ik een oom die ik adoreerde toen ik zes was. Mijn ouders waren reeds gescheiden, deze oom zag ik als een vaderfiguur. Als ik in zijn aanwezigheid was, voelde ik mij letterlijk en figuurlijk omhelsd door licht. We waren samen een soort tweehonderd watt lamp bij elkaar. Later toen ik op het Miranda Lyceum zat kwam ik mevrouw Defares tegen, de moeder van een schoolvriendin. Mevrouw Defares werkte bij de Voogdijraad en wist veel en kon goed luisteren. Zij is de eerste met wie ik een paar gevoelens en gedachten kon delen. Ik kon jarenlang bij haar langsgaan, ik denk echt dat zij op het juiste moment in mijn leven is gekomen. Daarom heb ik Tapu Sjén ook aan haar opgedragen. Later ben ik meer van dit soort engelen in mensengedaante in mijn leven tegengekomen. Dat is waardoor ik van binnen niet ben doodgegaan. En door mijn vechtlust.”
Uit liefde geschreven
“Waarom ik Tapu Sjén heb geschreven? Ik heb mezelf in 1993 afgevraagd: waarom is dit met mij gebeurd en waarom zijn inlevingsvermogen en communicatie mijn grootste krachten? Ik trok de conclusie dat het mijn taak was van het negatieve iets positiefs te maken. Dus erover praten en schrijven. Ik geloof echt in ‘Verander de wereld begin bij jezelf’, zoals Mahatma Gandhi ons heeft geleerd. Dat is wat ik heb gedaan. Ik ben drie jaar bezig geweest het boek te schrijven, mensen te interviewen, onderzoek te plegen en onderwijl ook zelf naar therapie te gaan. Het is daarom het boek van een ervaringsdeskundige geworden die alle ins en outs van het onderwerp kent. Het komt erop neer dat ik Tapu Sjén uit liefde voor mijn Surinaamse medemens heb geschreven. Als ik niet van mijn kondresma hield, had ik me omgedraaid en had ik alleen voor mezelf gezorgd. Door het boek te publiceren, door openlijk over mijn eigen ervaringen te vertellen nam ik een groot risico om uitgestoten te worden. De enige reden waarom je dan toch dat risico neemt, is dat je van de mensen houdt en ze iets wilt geven om zichzelf beter te begrijpen en om iets aan hun pijn te doen.”
Veel mensen lijden
“Door wat er is gebeurd ‘woonden’ er teveel andere mensen in mij met hun meningen, hun stemmen, hun ellende en hun pijn. Die heb ik één voor één uit mij weg moeten halen via een langdurig helingsproces om te worden wie ik eigenlijk ben. Er kwam veel boosheid en verdriet los, mi bar’ puru, zo verlos je je lichaam van de pijn die vastzit. Ik kreeg gaandeweg steeds meer zicht op mijn eigen kwaliteiten en mijn eigen kracht. Er zijn veel mensen die lijden. Het lijden van de mens is een breed en algemeen thema dat door de eeuwen heen in alle culturen en religiën wordt besproken. Ik leed ook. Op momenten dat ik dacht dat ik ervan af was, bleek dat toch niet helemaal zo te zijn. Nou, dan moet je nog dieper in jezelf gaan graven, je moet naar je blauwdruk gaan kijken. Dat is iets dat ontstaat in je jeugd, zeg maar, net zoals je een harde schijf van een computer formatteert. Tijdens het formatteren gaat er dan iets fout waardoor die schijf niet zo goed werkt. Dan moet je op zoek gaan naar die foutjes en proberen die te herstellen. Bij een computer gaat dat natuurlijk een stuk makkelijker dan bij een mens, je kunt bij een mens niet zomaar op een knopje drukken om alles te herstellen en je kunt het werk niet aan een monteur overlaten. Je moet het zelf doen en je moet er 300% voor gaan om die dingen in je blauwdruk te veranderen die je pijn en lijden bezorgen. Ik raakte vooral geïnspireerd door het verhaal van Boeddha, die zich net als alle andere heiligen afvroeg waarom mensen zo lijden en op zoek ging naar antwoorden om het lijden te verminderen en op te heffen. Dat antwoord heeft met je bewustzijn te maken. De les die ik leerde was dat je niet moet weglopen voor dat lijden, want daarmee vergroot je het alleen maar. We kunnen weglopen voor onze familie en onze problemen en naar de Noordpool verhuizen, maar in ons hoofd en in onze blauwdruk nemen we alles van onszelf mee waardoor we alles opnieuw creëren volgens oude patronen en lijden.”
Verdoving vs zelfliefde
“Wat ik zie is dat veel mensen naar de kerk, mandir of moskee gaan en hun pijn verdoven door aanbidding van een verlosser buiten henzelf. Dat geeft misschien tijdelijk soelaas, maar het lost je problemen niet op. Die heilige figuren zijn voorbeeldfiguren, leer uit hun verhalen hoe jij jouw eigen lijden kan opheffen. De mens heeft hersenen gekregen om zelf het werk te doen. Dat kost moed, tijd, zorg, steun en zelfstudie. Ook ik moest openstaan voor signalen uit het universum die aangeven welke richting ik op moest gaan. Het is niet gemakkelijk geweest, maar als ik stil sta bij waar ik nu ben dan is het alleszins de moeite waard geweest. Ik voel me goed, ik heb mezelf eindelijk kunnen accepteren voor wie ik ben, ik kan me ontspannen in mezelf en genieten van de kleine dingen in het leven. Ik lijd voor mijn gevoel niet meer, ik val niet meer terug. De afgelopen twintig jaren moest ik leren van mezelf te houden, want door mishandeling en misbruik projecteren mensen hun zelfhaat en slechtheid op jou, waardoor je in je jeugd geen gezonde vorm van zelfliefde en hechting ontwikkelt. Hoe meer ik die zelfhaat uit mij heb gehaald door mijn waarheid toe te laten, hoe meer ruimte er kwam voor zelfliefde. En daarmee is ook mijn zelfvertrouwen gestegen. Ik ben elk jaar in Suriname en heb er in 2010 en 2011 zes maanden gewoond, dat heeft geholpen de laatste eindjes aan elkaar te knopen.”
Shakti
“Natuurlijk blijf ik me druk maken over onrecht en zaken die mij echt raken, maar ik volg daarin mijn eigen ontwikkeling. Zo vind ik bijvoorbeeld dat het wettelijk verjaringstermijn moet worden afgeschaft, nu we weten dat incest levenslange schade aanricht is het niet meer van deze tijd dat er een verjaringstermijn is. Daders kunnen zich achter die wet verschuilen in plaats van dat ze worden gedwongen verantwoordelijkheid voor hun daden te nemen.”
“Als je pijn hebt, heb je heel veel ruimte om je heen nodig. Als iemand je even aanraakt dan reageer je wantrouwend. Door dat wantrouwen zal ik onderweg in mijn helingsproces onbewust mensen pijn hebben gedaan. Ik hoop dat ze mij daarvoor willen vergeven. Dat grote wantrouwen is nu weg. Natuurlijk ben en blijf ik voorzichtig, maar ik kan dingen nu beter filteren en herkennen voor wat ze zijn. Ik heb nu rust in mezelf, ik vind die rust heerlijk.”
“Ik ben bij mijn authentieke shakti gekomen, dat is je kracht van binnenuit. Ik kan steeds bewuster bepalen wie er in mijn leven komt, energiezuigers herken ik nu heel snel. Ik voel me nu eindelijk aangetrokken tot emotioneel volwassen mannen. Als je grenzen ooit kapot zijn gemaakt en overschreden kost het veel moeite om een ‘grensgevoel’ te ontwikkelen, nu ik het heb ontwikkeld zorg ik ervoor dat niemand het komt vertrappen. Ik ga daarom ook met veel respect om met mijn spirituele, seksuele, emotionele en mentale grenzen. De lijn wordt niet meer voor mij getrokken. Ik trek de lijn.”.-.
——————————————————————-
Dagblad De Ware Tijd, 5 maart 2012, pagina ‘Gender Optiek’
http://www.dwtonline.com/website/nieuws.asp?menuid=64&id=101226