Post Tagged ‘blame the victim’


Deze column is eerder gepubliceerd op de website Waterkant in Februari 2009. Als u de reacties van destijds wilt lezen, klikt u hier op Waterkant. Vanwege mijn nieuwe column in oktober 2011 over hetzelfde onderwerp plaats ik deze uit 2009 voor het gemak nu ook hier,  zodat u als lezer minder hoeft te schakelen tussen websites.

Wordt Suriname een paradijs voor seksueel misbruikers?

Door Usha Marhé – Mijn hart brak toen ik afgelopen donderdag via de internetsite van dagblad De Ware Tijd (op 05-02-2009) het artikel las met de kop: Zeven leven zich uit op minderjarige. Zeven volwassen mannen, van vijfentwintig tot vijfenvijftig jaar, hebben een minderjarig kind tussen haar elfde en vijftiende jaar herhaaldelijk seksueel misbruikt. De daders: de biologische vader, de stiefvader, een ex-vriend, twee broers, een docent Economie van een middelbare school en een contractor van Suralco. Ik heb veel gehoord en gelezen over de beestachtigheid van daders. Daarom weet ik dat dit geval er een is van de overtreffende soort die je met stomheid slaat. In mijn boek Tapu Sjén/Bedek je schande – over Surinamers en incest – heb ik mede uit eigen ervaring verteld wat het met jou als kind en mens doet, en hoe verschrikkelijk moeilijk het is om je eigen leven richting en zin te geven, nadat je seksueel bent misbruikt. Daarom brak mijn hart toen ik het bericht las: ik weet dat dit kind, dat door niemand is beschermd, dat weer in handen van de daders is gegeven door andere volwassenen die het wisten, een zeer moeilijk leven tegemoet gaat.

Seksueel misbruik is in feite machtsmisbruik. Bij de daders gaat het om het beleven van de macht: de seks is slechts een middel om het kind te onderwerpen en te vernederen om zo macht te ervaren. Daders van seksueel misbruik bereiden alles goed voor, ze weten heel goed wat ze doen. Ze bepalen de plek en de handeling van tevoren, zorgen ervoor dat ze niet betrapt kunnen worden en bedreigen het kind zodanig dat die niet durft te praten. Dat blijkt ook uit deze zaak.

Iedereen die denkt: ‘dit overkomt mijn kind nooit’ of ‘dit gebeurt niet in mijn familie, wij zijn beter’, maakt een grote denkfout. Seksueel misbruik komt helaas in vrijwel elke (Surinaamse) familie voor, ongeacht afkomst, sociaaleconomische klasse of ontwikkeling. Omdat er overal mensen zijn die hun macht misbruiken.

Machtsmisbruik is aan de orde van de dag in Suriname, daardoor vormt seksueel misbruik een enorm probleem in onze maatschappij. De normen en waarden van algemeen maatschappelijk fatsoen worden sinds de jaren ‘80 met de voeten getreden door vrijwel iedereen, in een land waar de regels van de macht niet door geschreven wetten worden bepaald, maar door de ongeschreven ‘free for all’ wetten van het vroegere ‘wilde westen’. De politiek creëert een situatie van pur bruku wer’ bruku: aan de ene kant werkt de huidige minister van Justitie er hard aan om een structuur op te zetten voor het aanpakken van daders en het opvangen van slachtoffers, aan de andere kant is de voorzitter van het parlement iemand die in 2003 is veroordeeld wegens ‘seksueel molest’.

Ik werd ook boos vanwege de toon van het bericht. Het kind, het slachtoffer, zou zeer berekenend de mannen in haar val hebben gelokt. Deze ‘blame the victim–theorie’ is een gebruikelijke theorie van daders: daarmee draaien ze de zaken om, leggen ze de verantwoordelijkheid van het seksueel misbruik bij het kind en trachten zo aan hun verantwoordelijkheid en aan een wettelijke straf te ontsnappen. Ze zijn listig, want ze weten dat de maatschappij geneigd is liever de dader (de machtige) te geloven dan het slachtoffer (de machteloze). Een typisch fenomeen van machtsmisbruikers en hun handlangers.

Seksueel misbruik kan van generatie tot generatie in dezelfde familie of gemeenschap plaatsvinden, doordat de omringende gemeenschap het vaak wel weet, maar ervoor kiest om de signalen niet te geloven en wegkijkt. Wat niet wordt benoemd, bestaat niet, dus kun je het negeren. Zo worden de gevolgen van dit brede maatschappelijke probleem helaas bij het individuele slachtoffer neergelegd. Dit is het probleem van de Surinaamse tapu sjén-mentaliteit.

Om te voorkomen dat ons land een paradijs wordt voor seksueel misbruikers, moet deze mentaliteit worden doorbroken. Het meisje in het krantenbericht had uw dochter, nicht, zusje, buurmeisje of beste vriendin kunnen zijn. Stelt u zichzelf de vraag: hoe kan ik voorkomen dat kinderen seksueel worden misbruikt? Of: zou ik de daders die haar hebben misbruikt beschermen door te zwijgen? Wat zou u dan tegen het kind zeggen, als dat daarna ooit met de vraag komt: “Papa, mama, oom, tante, buurvrouw, buurman, broer, zus, neef, nicht, juf, meester, u vermoedde of wist wat er gebeurde. Waarom heeft u mij niet beschermt, waarom bent u niet voor mij opgekomen?”

© Usha Marhé, februari 2009